maandag 19 november 2012

Slimme jongens, die Italianen


De heilige Nederlandsche drie-eenheid van gecremeerd vlees, droge piepers en grauwe groenten heeft zijn beste tijd gehad. Vanuit die afbrokkelende steunzuil bedenkt menig doordeweekse koker nog steeds zijn avondmaal. Dat kan anders.

In Italië lijkt alles dat met eten te maken heeft een interne logica te hebben. Die elke local met vuur verdedigt, maar niet afdoende kan verklaren voor de nuchtere Hollander. Daar eet je àchter elkaar, in plaats van dóor elkaar. Het indelen van je maaltijd in stappen geeft ritme, veraangenaamd de tijd en zorgt voor een compleet plaatje.



We beginnen met de antipasti. Iets zoutig of zurig dat de eetlust verder opwekt, maar de maag nog niet vult. Een beetje brood, zoute kaas, ingemaakte groenten of vleeswaren. De start is gemaakt.

Dan komt de primo, of: het eerste bord met de vulling voor de maag. Dit geeft je koolhydraten voor energie. Dat is de pasta, risotto of een gevulde soep.

Vervolgens komt de secundo, voor de lekker. Een wat bescheidener portie, want de ingrediënten zijn vaak wat duurder. De kok laat nu zijn kunsten zien. Meestal een lekker stukje vlees of vis met verse groenten uit het seizoen. Dit is het bord waar je voor aanschuift.

Maar, ik beken, die laat ik vaak lopen... meer dan eens blijkt de primo zo bevredigend, dat je alleen nog je toetjesbuik kan aanspreken voor het vervolg!

Het slotstuk, de dolce, is de toet. Niet laten staan, je doet jezelf tekort. Dat is het subtiele zoete dekseltje op je tevreden maag. Hang dan nog heerlijk achterover als je aan je opwekkende espresso nipt. En vergeet je medicijn niet, het digestivo, zodat alles goed op z'n plek valt.

1 opmerking:

  1. taalkunstenaar die Caspar! Mooi beschreven, echt je passie!

    BeantwoordenVerwijderen